Zoals afgelopen week werden in de zaai van maart nog enkele nieuwe opkomsten waargenomen.
Na één groeimaand of meer zijn de opkomstomstandigheden van de zaai van maart zeer variabel door een hardnekkige oppervlakkige korstvorming. Deze bieten zijn over het algemeen in het stadium begin twee jonge bladeren.
De bieten gezaaid in april daarentegen vertonen zeer snelle en zeer homogene opkomsten.
De opkomsttellingen uitgevoerd in de waarnemingsvelden gezaaid sinds meer dan een maand (zaai van maart) of gezaaid in april, geven een gemiddelde finale opkomst van ±73% (±83.500 planten/ha), met een gemiddelde van 38 planten/10 meter (gemiddelde van 42 velden). Afhankelijk van de zaaidiepte of de omvang van de oppervlakkige korstvorming, liggen deze opkomsten tussen 18 en 53 planten/10 m. De helft van de velden vertonen momenteel 80% opkomst of meer (±90.000 planten/ha of meer).
De gegevens van de opkomsttellingen, doorgegeven door de waarnemers, en de ligging van de waarnemingsvelden in de bieten en cichorei kunnen bekeken worden op een kaart via de website van het KBIVB. Deze kaart wordt regelmatig bijgewerkt (minstens 1 keer/week).